De zuidelijke steden hebben zich in een lastige periode voorbereid op het naderende carnaval. CrowdProfessionals werd ingeschakeld om in een aantal steden mee te denken met een veilige en uitvoerbare oplossing. We beschrijven de aanpak die we voorstaan en die vooral gericht is op risicobeheer en op het verantwoord afwegen wat praktisch uitvoerbaar is.
Lange tijd was onzeker of carnaval, in welke vorm dan ook, überhaupt gevierd kon gaan worden. Carnavalsverenigingen in veel steden gelastten eerder al de grote optochten af, omdat het voor de bouwers dusdanig onzeker was dat de grote hoeveelheid arbeid niet in verhouding stond tot het risico van afgelasting. Half februari kwam het verlossende woord in de vorm van een stapsgewijze versoepeling van maatregelen. Deze versoepeling komt op tijd voor carnaval en maakt massaal bijeenkomen mogelijk. Hoewel de grote optochten dit jaar dus geen onderdeel uitmaken van het feestgedruis, zullen vele tienduizenden zich overgeven aan carnaval en zich gaan melden in de lokale horeca (die dat prima kunnen gebruiken!).
Van crowd management- naar risicobeheerplannen
Het dilemma voor de lokale overheid betreft de lange onzekerheid (“Wat kan er wel en wat mag er niet?”), in relatie tot een verantwoord model voor de carnavalsviering. CrowdProfessionals is de voorbije weken door meerdere gemeenten en horecabelangenverenigingen gebeld voor advies in deze. Op verzoek van enkele grote steden schreven wij het veiligheidsconcept voor deze bijzondere carnavalseditie. Deels gebruikten wij daarvoor de lessons learned vanuit een eerder carnavalsproject in deze bijzondere tijden; de 11-11-viering Den Bosch in november 2021 waar de intensieve samenwerking tussen overheid en horeca niet alleen een feit, maar bovenal een voorwaarde voor succes was!
Normaliter is onze planvorming gericht op het crowd management gedurende de diverse dagen en fasen van carnaval en kennen wij de aantallen bezoekers op basis van eerdere jaren. Nu is dat echter onzeker en keken wij primair naar een “risicobeheermodel” voor de mogelijk zeer grote drukte in binnensteden. Na 2 jaar van “onthouding” is de kans immers aanwezig dat de opkomst tijdens carnaval historisch hoog gaat zijn. Bij gebrek aan optochten en andere deelevenementen is de vraag vooral hoe de binnensteden de massale druk kunnen verwerken zonder dat er hoog risicovolle situaties ontstaan rond horecagebieden. Waar de reguliere horeca-indoorcapaciteit mogelijk maar zo’n 30% tot 40% van het totale aanbod zal kunnen verwerken, is nu vooral gekeken naar optimale spreiding en beheer van de openbare ruimte en het sturing geven aan publieksstromen. Wij deden dat in de vorm van Multidisciplinaire risicobeheersplannen openbare orde en veiligheid. In deze bijzondere tijd staat daarin vooral de samenwerking tussen gemeente, politie, hulpdiensten, horeca en carnavalsverenigingen centraal!
Lokaal maatwerk
Essentieel voor de juiste benadering van risico’s is het meenemen van de lokale, culturele verschillen; waar in de ene stad carnavalsvierders relatief gezien meer op straat verblijven, is de viering in andere steden meer gericht op verblijf in de (stam)cafés. In bepaalde steden verzamelen groepen zich rond speciale carnavalskarren met daarin logistieke verzorging (lees: drank en snacks) en rijden zij door de hele binnenstad, terwijl in andere steden juist de drang naar een bepaald horecagebied hoog is. Dat betekent dat soms het risico van massale overcrowding van het populairste uitgaansgebied prevaleert en soms de planning van publieksveiligheid in een veelheid een kleinere deelgebieden; maatwerk dus!
Beperkend effect van 1G op crowd management
In een aantal gevallen lopen de steden aan tegen de regel dat bij een capaciteit boven de 500 personen per 25 februari een 1G-beleid geldt. Als mogelijk spreidingsinstrument zijn op een aantal plaatsen tijdelijke 500+ locaties (tenten) bedacht als oplossing voor eerdergenoemde, mogelijke grote concentraties van publiek. Beperkende factor voor toepassing van dit spreidingsinstrument voor piekmomenten is het 1G-beleid, omdat de kans dat bezoekers vooraf getest zijn klein wordt geschat. Deze bezoekers hadden immers initieel de bedoeling om hun kleine stamkroeg te bezoeken en waren helemaal niet bedacht op de noodzaak tot testen. Het actief controleren op 1G-beleid aan de deur van grote (500+) overlooplocaties staat daarmee in de weg aan de doelstelling van succesvolle spreiding van drukte. Effect kan zijn dat tenten leeg staan terwijl grote groepen mensen noodgedwongen samenklonteren in een klein (horeca)gebied met bijkomende risico’s op overcrowding en verdrukking.
Alternatieve risicoafweging kan in dat geval zijn om 1G niet te handhaven in de tenten, maar deze maximaal te ventileren, bijvoorbeeld door zijwanden eruit te halen. Overigens kan dat risicovol zijn indien er windsnelheden optreden die de voorbije dagen aan de orde waren. Voornoemde onmogelijkheid brengt de afweging op tafel om het belang van openbare orde en veiligheid te laten prevaleren boven handhaven van de 1G-regel.
Andere instrumenten
Op hoofdlijnen ziet het gemeentelijk beleid er, vanwege de mogelijk zeer grote opkomst, in veel steden overwegend als volgt uit:
- Tappen vanuit de gevel en tapeilanden op plaatsen waar dat ruimte-technisch mogelijk is, wordt in veel binnensteden toegestaan om het potentieel grote aantal feestvierders te kunnen voorzien van een consumptie, om te voorkomen dat er (bij gebrek aan tapcapaciteit in de openbare ruimte) te grote druk op deuren van cafés ontstaat.
- Optimalisatie van openbare ruimte, hetgeen betekent dat het in meerdere steden dit jaar niet toegestaan is om aanbouwen, truss-constructies, podia of DJ-boots, biertafels of andere objecten op straat te plaatsen. Alle beschikbare ruimte moet vrij zijn voor de menigte en alleen op geschikte locaties kan ruimte gebruikt worden voor de eerdergenoemde tapvoorzieningen.
- Intensieve samenwerking tussen horeca en overheid in de vorm van:
- Additionele inzet van beveiliging op straat in horecagebieden om de massa te monitoren, eventueel proactief aan te spreken, glas van straat te halen en portiers te ondersteunen;
- Een sluitend model van publieke en private contactpersonen zodat binnen de publiek-private samenwerking lijnen kort zijn en
- In een enkel geval werd een gezamenlijk overeengekomen, collectieve sluitingstijd van de horeca afgesproken.
Tot slot
Met carnaval in aantocht blijft de eminente vraag voor gemeenten hoeveel mensen uiteindelijk richting de binnensteden gaan komen om het feest te vieren. Zoals de burgemeesters van zuidelijke steden al meermaals aangegeven hebben in de media: Het zou erg fijn zijn als de bezoekers van buiten Noord-Brabant en Limburg dit jaar carnaval in eigen omgeving vieren. De tijd gaat leren of de oproepen geholpen hebben.