Regelmatig voeren de adviseurs van CrowdProfessionals gebouwstudies uit. Het valt ons op dat lang niet altijd bekend is hoeveel bezoekers veilig kunnen instromen, verblijven en uitstromen. Veiligheidsverantwoordelijken doen er goed aan tijdig het aspect crowd management mee te nemen, bij het ontwerp en verbouwingen.
De gebouwstudies van CrowdProfessionals zijn er vaak op gericht om aan te tonen wat de doorstroomcapaciteit van een bepaald deel van het gebouw is, of de beschikbare vluchtwegen voldoende zijn om alle mensen in het gebouw op tijd het gebouw uit te krijgen. Daar zijn sinds de Covid-19 pandemie nog extra vragen bijgekomen, want is het gebouw wel in te richten met een éénrichtingsroute, kunnen medewerkers en bezoekers wel 1,5 meter afstand van elkaar houden en kunnen alle personen die naar binnen moeten, wel op tijd naar binnen toe? Kortom: “Past het?”
Bij bijna al de onderwerpen die hierboven benoemd werden, zal één van de eerste vragen die de adviseurs stellen zijn: “Over hoeveel personen hebben we het?” In veel gevallen krijgen zij daarop het antwoord: “We hebben eigenlijk geen idee!”.
En dat antwoord staat niet op zichzelf. Immers, voor veel gebouwbeheerders is crowd management, met daarbij doorstroomcapaciteiten, vluchtwegen en de routing door het gebouw een ver-van-mijn- bed-show. Waarschijnlijk is ooit, ergens in het begin, toen de bouwplannen ingeleverd werden bij de gemeente om toestemming voor ingebruikname te krijgen, op de tekentafel berekend hoeveel mensen door die gang konden, dat de vluchtwegen voldoende waren voor het aantal personen die zich in gebouw zouden gaan begeven.
Toen dat gebouw er eenmaal stond, pasten alle mensen erin, ging het ontruimingssignaal nooit af en hadden we nog geen Covid-19 en had nog nooit iemand aan verplichte looproutes en pijlen op de grond gedacht. Dus in hoeverre kun je de schuld van het ontbreken van deze antwoorden bij de gebouwbeheerder neerleggen?
Weten over het gebruik
Door de Covid-19 pandemie zijn we gaan inzien hoe weinig we eigenlijk weten over het gebruik van gebouwen en het bezoekersmanagement. We weten niet hoeveel personen er precies in het pand zijn, en we weten al helemaal niet tussen welke tijden het overgrote deel van de personen het pand betreedt. Dit is niet alleen belangrijk vanwege covid-19, ook bij verbouwingen ontstaat een andere situatie en is de vraag of het gebouw nog voldoet aan de eisen op het gebied van bezoekerscapaciteit en vluchtveiligheid.” Hebben de beschikbare nooduitgangen bij een verbouwing nog wel de vluchtcapaciteit in relatie tot het aantal personen in het pand? En blijven de loopstromen en doorstroomcapaciteit nog wel hetzelfde door die verbouwing?
Crowd management begint bij design. Helaas merken wij dat wij als crowd management-adviseurs er vaak pas bij worden gehaald als het design al vaststaat. Nooduitgangen zijn bijvoorbeeld al afgesloten of de bedachte looproute blijkt dan toch niet te werken. Crowd management door middel van informatievoorziening en actief bijsturen (management) moet dan nog een oplossing bieden, terwijl in een eerder stadium al naar het design gekeken had moeten geworden.
Ontwerp en verbouwing
Crowd management begint bij design. Het gebruik van het gebouw zou dus al meegenomen moeten worden in het ontwerpproces. Door in de ontwerpfase van een gebouw een deskundige op het gebied van crowd management aan te laten sluiten bij het projectteam, kunnen onderwerpen als (doorstroom)capaciteit, vluchtwegen en routing al vroegtijdig worden meegenomen. Hiermee wordt (mogelijk) voorkomen dat in een latere fase (onmogelijke) aanpassingen gedaan moeten worden.
Ook in het geval van een verbouwing is het verstandig om in de ontwerpfase een crowd management-deskundige aan te laten sluiten bij het projectteam. Door een verbouwing worden de gewoontes die gebruikers van een pand hebben mogelijk verbroken en wellicht zullen zij zich na de verbouwingsperiode moeten aanpassen aan de nieuwe situatie. In het verbouwingsontwerp wordt vaak bekeken hoe aantrekkelijk of handig een verandering in het gebouw wordt, maar deze verandering kan ervoor zorgen dat bijvoorbeeld de loopstromen verstoord worden en hierdoor opstoppingen van personen worden gecreëerd.
Simulatie als testfase
Om er zeker van te zijn dat het ontwerp van een nieuw gebouw, of het ontwerp van een verbouwing werkt op het gebied van crowd management is het soms verstandig om dit te testen in een simulatiemodel. Dit is mogelijk aan de hand van een zogenoemd cad- of bim bestand. Het gebouw(deel) wordt in de simulatiesoftware geüpload en aan de hand van data wordt er zo natuurgetrouw mogelijk een simulatie uitgevoerd. Uit de simulatie resultaten kan vervolgens afgelezen worden waar of wanneer mogelijk ongewenste situaties ontstaan op het gebied van crowd management. Aan de hand van deze eindresultaten kunnen vervolgens maatregelen genomen worden in het gebouw of nog aanpassingen worden gedaan in het ontwerp van het gebouw(deel). Lees in deze blog meer over het uitvoeren van een simulatiestudie.
Meten is weten
Om meer grip te krijgen op de hoeveelheid bezoekers en hun gedragingen, is het van belang om tijdens het dagelijks gebruik van het gebouw gegevens te verzamelen. Wanneer komen de gebruikers het pand binnen, tussen welke tijdstippen komen de meeste personen binnen en tussen welke tijdstippen gaan de meeste personen weer weg? Via welke ingangen komen deze personen binnen en via welke uitgangen verlaten zij het pand? Dergelijke gegevens kunnen we verzamelen door middel van observaties, maar ook met inzet van sensoren of telcamera’s.
Ben je verantwoordelijk voor het veilig gebruik van een (druk)bezocht gebouw zoals een onderwijsinstelling, ziekenhuis of museum? Ga dan eens na hoeveel jij weet over het gebruik van je gebouw en of inalle omstandigheden bekend is of de capaciteit van loop- en vluchtroutes voldoen. Krijg je te maken met een (ver)bouwproject, overweeg dan om deze analyses tijdig te (laten) maken. Zodoende richt je het crowd management al in de designfase in en hoeft er alleen maar bijgestuurd te worden met informatie en management. Zo kom je op het gebied van crowd management niet meer voor verassingen te staan.